Onlangs bracht een gezondheidscentrum een zaak voor de rechter waarbij het ging om de vraag of ook hun medische diensten vrijgesteld waren van btw. De diensten van het gezondheidscentrum bestonden uit behandelingen door fysiotherapeuten en psychologen. Zij waren bij het gezondheidscentrum in dienst. In de betreffende zaak ging het om diensten die deze paramedici verleenden aan een organisatie voor jeugdbescherming, jeugdhulpverlening en onderwijs. Ook die organisatie verrichtte grotendeels vrijgestelde diensten, waardoor de btw die het gezondheidscentrum in rekening bracht, kostenverhogend was.

De rechter was van mening dat de diensten van het gezondheidscentrum gekwalificeerd werden als medische diensten, en dus vrijgesteld zijn van btw. Er was geen sprake van het uitlenen van medisch personeel, omdat er zelfstandig werd gewerkt en niet onder verantwoordelijkheid en risico van de afnemer. Ook waren de fysiotherapeuten en psychologen niet werkzaam in het organisatorische verband van de afnemer van de diensten.