Diverse voorgestelde maatregelen kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor uw bedrijf. Ook is de kans groot dat u aanpassingen in uw bouwplan door moet voeren. Hieronder een weergave van de voorgestelde maatregelen.

 

Rotatie met rustgewassen

Het voorstel is om op alle percelen bouwland een rotatie met rustgewassen te verplichten. De volgende gewassen zijn als rustgewassen genoemd: grassen, granen, luzerne, klaver, sorghum, tagetes en vezelgewassen.

 

Van 1:4 naar 1:3

In de jaren 2023 t/m 2026 moet u, volgens het ontwerp, op bouwland minimaal één keer per vier jaar (1:4) een rustgewas telen. Het is de bedoeling dat vanaf 2027 een rotatie van 1:3 gaat gelden (ieder perceel minimaal eenmaal in de drie jaar betelen met een rustgewas).

 

Rustgewas op graasdierbedrijf

Heeft u een graasdierbedrijf? Dan geeft het ontwerp aan dat u vanaf 2023 op minimaal 60% van uw areaal rustgewassen moet telen, en vanaf 2027 minimaal 70%. Vanaf 2027 moet minimaal de helft van deze rustgewassen bestaan uit blijvend grasland. Doel is om een daling van het areaal blijvend grasland te voorkomen. Op uw bouwland moet u ook voldoen aan bovenstaande verplichte rotatie.

 

Vanggewassen op zand- en lössgrond

Heeft u bouwland op zand- of lössgrond? Volgens het ontwerp moet u vanaf 2023 verplicht op tenminste 60% van uw bouwland, uiterlijk 1 oktober, een vanggewas telen. Na mais moet u, net als nu, altijd een vanggewas telen. Vanaf 2027 geldt deze verplichting voor al uw bouwland op zand- en lössgrond. Een wintergraan als vanggewas mag u uiterlijk 31 oktober inzaaien.

 

Bufferstroken langs sloten

Het voorstel is om langs sloten een bufferstrook (teeltvrije zone) van 2 meter te verplichten. Waterschappen kunnen besluiten om deze verplichte 2 meter niet door te voeren. In dat geval gelden de huidige verplichte teeltvrije zones. Langs bepaalde ‘kwetsbare waterlopen’ geldt nu een teeltvrije zone van 5 meter. Deze blijft ook bestaan. Daarnaast wordt de lijst met dergelijke waterlopen herzien. De maximale oppervlakte aan bufferstroken mag volgens het ontwerp maximaal 5% bedragen.

 

Geen meststoffen en gewasbescherming

Op bufferstroken mag u geen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Bufferstroken tellen ook niet mee bij uw mestplaatsingsruimte.

 

Overige voorstellen

In het ontwerp 7e AP worden ook de volgende aanscherpingen of verruimingen genoemd:

  • Eventueel aanpassen stikstofgebruiksnormen en werkingscoëfficiënten.
  • Geen mestgift op groenbemesters, die als vanggewas worden geteeld.
  • Langere uitrijperiode van vaste mest op zand-/lössgrond (voorstel: van 1 januari t/m 15 september).
  • Fosfaatvrije voet (25%) voor bepaalde organische meststoffen (vaste strorijke mest, champost). Deze regel is vergelijkbaar met de huidige ‘compostregel’, echter deze vrijstelling gaat naar 75%.
  • Verhogen inzet van herwonnen stikstofmeststoffen (na verwerking).
  • Herziening grondsoortenkaart.

 

Let op!

Het 7e AP bevat veel ingrijpende maatregelen. Ondanks dat de maatregelen nog niet helemaal definitief zijn, is het advies om hier rekening mee te houden bij uw toekomstplannen.

 

Meer weten?

Neem dan contact op met een van onze bedrijfsadviseurs van NUWEA Subsidies. Bereikbaar onder telefoonnummer 0882824000 of per e-mail: advies@nuweasubsidies.nl. Zij helpen u graag verder.