De verwachting is, dat de GVE-reductieregeling op een vergelijkbare manier gaat werken als eerder door ZuivelNL is uitgewerkt. Omdat de details van de regeling nog niet bekend zijn, wordt de GVE-reductieregeling hieronder op hoofdlijnen uitgelegd. De definitieve uitwerking kan hiervan afwijken.

 

GVE-referentie

U krijgt een GVE-referentie dat is gebaseerd op het aantal GVE’s (cat. 100, 101 en 102) op 2 juli 2015 minus 4%. Was u in 2015 grondgebonden? Dan wordt de korting van 4% niet toegepast.

 

GVE-reductie

Vanaf 1 maart moet u in stappen naar uw GVE-referentie toe. Per stap (periode van 2 maanden) krijgt u een taakstelling opgelegd. De taakstelling is het maximaal aantal GVE’s, dat u in de betreffende periode mag houden. Per periode moet u reduceren t.o.v. het aantal GVE’s op (waarschijnlijk) 1 oktober 2016. De reductiepercentages per periode zijn nog niet bekend gemaakt. Volgens het plan van ZuivelNL was dit in de eerste periode 5%, in de tweede periode 10% en in de derde periode 20%.

Maximaal tot GVE-referentie
U hoeft niet verder terug dan uw GVE-referentie op 2 juli 2015 (minus 4%).

 

Korting of heffing?

In het oorspronkelijke plan werd gesproken over een korting op de melkprijs wanneer u niet aan de voorwaarden voldoet. Zoals het er nu naar uitziet, wordt dit omgezet in een heffing. Op dit moment is niet bekend hoe hoog deze heffingen zullen zijn. De verwachting is, dat de heffingen dusdanig hoog zullen zijn, dat het niet voldoen aan de taakstelling geen optie is. De financiële nadelen zullen te groot zijn.

 

Let op!

Bepaal uw uitgangspunten en bereken alvast uw taakstelling per periode. Hiermee krijgt u een idee van wat de gevolgen kunnen zijn. Bij deze berekening kunnen wij u van dienst zijn.

 

Meer weten of hulp nodig?

Neem dan contact op met WEA Agrarisch bedrijfsadviseur Jelle Koopman. U kunt dit doen via een van onze telefoonnummers (0227) 513 333 of (0251) 361 960 of rechtstreeks per mail: jelle.koopman@wea-nh.nl.