Met ingang van 1 juli 2017 wordt de volwassenleeftijd t.b.v. het bruto minimumloon verlaagd van 23 naar 22 jaar.
Tegelijkertijd gaat het minimumloon voor jongeren van 18 tot en met 21 jaar (minimumjeugdloon) omhoog.

In onderstaande tabel geven wij kort weer wat de verhoging bruto per maand tot gevolg heeft ten opzichte van het minimumloon per 1 januari 2017.

  1-1-2017 1-7-2017 Verschil
23 jaar en ouder 1.551,60    
22 jaar 1.318,85 1.565,40 246,55
21 jaar 1.124,90 1.330,60 205,70
20 jaar 954,25 1.095,80 141,55
19 jaar 814,60 860,95 46,35
18 jaar 706,00 743,55 37,55
17 jaar 612,90 618,35 5,45
16 jaar 535,30 540,05 4,75
15 jaar 465,50 469,60 4,10

Als de effecten van deze stijging op de werkgelegenheid voor jongeren niet al te negatief zijn, volgt in 2019 nóg een verhoging. Het wettelijke minimumloon voor medewerkers van 23 jaar en ouder geldt dan ook voor 21-jarigen. Daarnaast stijgt in de komende jaren ook het minimumloon voor jongeren met een leeftijd tussen de 18 en 20 jaar.

 

Jeugdlonen omhoog, werkgeverslasten niet

Het kabinet wil niet dat de verhoging van de jeugdlonen leidt tot een directe stijging van de werkgeverslasten. Dit hoopt men te bereiken met het introduceren van twee nieuwe vormen van subsidie: het lage inkomensvoordeel (LIV) en het minimumjeugdloonvoordeel.

Met de komst van het LIV per 2017 kunnen werkgevers subsidie krijgen voor laagbetaalde werknemers. Het LIV vormt een tegemoetkoming voor medewerkers die tussen de 100% en de 125% van het wettelijke minimumloon verdienen. Dit zijn de medewerkers die nu (iets meer dan) het minimumloon voor een 23-jarige verdienen.

Het minimumjeugdloonvoordeel heeft betrekking op werknemers in de leeftijd van 18 tot en met 21 jaar. In dit artikel richten wij ons op het minimumjeugdloonvoordeel.

 

Vertraagde compensatie voor verhoging

Hoewel het minimumjeugdloon al per 1 juli 2017 omhoog gaat, komt er pas per 1 januari 2018 een compensatie voor deze verhoging. Als werkgever krijgt u straks een vaste tegemoetkoming per uur. Deze is dan in het eerste jaar wel de helft hoger dan normaal, om de periode tussen de inwerkingtreding op 1 juli 2017 tot en met 31 december 2017 te compenseren.

Hieronder vindt u de compensatiebedragen voor 2018. Vanaf 1 januari 2019 krijgt u hiervan dus slechts twee/derde deel.

 

  Bedragen tegemoetkoming 2018 Bedragen tegemoetkoming 2019
Leeftijd op
31 december van het afgelopen jaar
Compensatie per uur Maximum per kalenderjaar Compensatie per uur Maximum per kalenderjaar
18 jaar € 0,18 €    374,40 € 0,12 €    249,60
19 jaar € 0,23 €    478,40 € 0,15 €    312,00
20 jaar € 0,83 € 1.726,40 € 0,55 € 1.144,00
21 jaar € 1,28 € 2.662,40 € 0,85 € 1.768,00

 
Op dit moment hebben wij nog geen duidelijkheid wanneer de Belastingdienst gaat uitbetalen. De verwachting is dat dit rond augustus /september 2018 zal zijn, maar kan zelfs nog uitloop hebben naar 2019.

 

Voorwaarden

Welke gegevens zijn van belang om te bepalen of u de tegemoetkoming krijgt voor uw medewerker? Uiteraard kijkt de Belastingdienst naar het gemiddelde uurloon in het kalenderjaar waarop het voordeel betrekking heeft. Daarnaast is de leeftijd op 31 december van het voorgaande jaar bepalend. De fiscus stelt overigens geen minimumeisen aan het aantal verloonde uren per kalenderjaar, zoals dit bij het LIV (namelijk 1248 uur) wél het geval is.

Op basis van de leeftijd op 31 december van het voorafgaande kalenderjaar, stelt de Belastingdienst een bandbreedte vast waarin het gemiddelde uurloon van de medewerker moet vallen om in aanmerking te kunnen komen voor de compensatie. Het minimumuurloon voor de betreffende leeftijd begrenst de onderkant van deze bandbreedte. De bovengrens is het minimumuurloon dat hoort bij iemand die een jaar ouder is. Het minimumuurloon is overigens gebaseerd op een volledige werkweek van 40 uur, verhoogd met acht procent vakantietoeslag. Valt het gemiddelde uurloon van de werknemer na afloop van het kalenderjaar binnen genoemde grenzen, dan heeft u recht op de tegemoetkoming. U ontvangt in dat geval automatisch een beschikking voor het berekende bedrag.

 


Minimumjeugdloonvoordeel vraagt nu al aandacht!

“Leuk om te weten,” denkt u misschien, “maar moet ik iets met deze informatie? Ik lees dat de Belastingdienst pas in 2018 uitbetaalt. Automatisch zelfs.” Dat klopt. Toch vraagt het nu al uw aandacht. Om straks dit voordeel te genieten, moet u immers nu al aan de voorwaarden voldoen. Daar heeft u op dit moment nog invloed op. Bijvoorbeeld als u nieuwe medewerkers aanneemt. Welk salaris spreekt u dan af? Het antwoord op die vraag bepaalt of u wél of niet voor het minimumjeugdloonvoordeel in aanmerking komt.

U kunt ook nog eens kijken naar de huidige arbeidsvoorwaarden. Betaalt u het loon van uw medewerkers niet door tijdens hun vakantie, maar geeft u hen een periodieke vakantiedagentoeslag? In dat geval is sprake van een hoger gemiddeld uurloon. U kunt daardoor nét het voordeel mislopen. Datzelfde geldt als u een éénmalige bruto uitkering doet aan iemand die normaliter nét binnen de bandbreedte van het minimumjeugdloonvoordeel blijft qua salaris.

 

Serieus voordeel

Hoewel de Belastingdienst het minimumjeugdloonvoordeel betaalt zonder dat u er moeite voor hoeft te doen, is er geen enkele aanleiding stil te blijven zitten als het over dit onderwerp gaat.

Graag gaan wij daarom met u in gesprek. U wilt niet onnodig voordeel mislopen en optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die de compensatie biedt. Het kan immers om serieuze bedragen gaan!

U kunt contact opnemen met WEA Personeel via telefoonnummer (0251) 361 960. Mailen kan ook, stuur uw bericht dan naar salaris@wea-nh.nl.